Erno Eskens
Het Zoölogisch Manifest, rechten voor alles wat leeft
Het Zoölogisch Manifest
Zolang we als mensen elkaar nog de kop inslaan vanwege een bedachte grens tussen twee stukken land of het andere geloof in een schepper, is het nog een lange weg om de zorg te dragen voor al het leven op deze planeet. Erno Eskens heeft daar geen boodschap aan, want in zijn boek pleit hij voor dat alles wat leeft ook rechten verdient. En dan bedoel ik: alles wat leeft. Dus niet alleen de dieren, maar ook de planten, het water in rivieren en oceanen, tot zelfs de bacteriën.
‘Hoe vaak heeft de mens al niet beloofd om zorg te dragen voor alle levende wezens op aarde? En hoe vaak heeft hij die belofte niet gebroken, met zoöcide, milieuvervuiling en klimaatverandering tot gevolg? De tijd dat we konden vertrouwen op goede intenties is voorbij. Er is een zoölogische revolutie nodig om de macht van koning-mens aan banden te leggen.’
In de bibliotheek van de Betekenis Boeken Club staan al de boeken van Philipp Blom, De Onderwerping, waarin hij schrijft dat het maar eens afgelopen moet zijn met dat christelijke idee dat de mens als rentmeester is ingesteld om boven de natuur te staan. Maar ook het prachtige boek van Arita Baaijens waarin zij het gesprek wil aangaan met de Noordzee en bedrijven uitdaagt die uit te nodigen aan hun bestuurstafels om te voorkomen dat de zee als een wegwerpartikel wordt gebruikt. Of denk aan het boek van Jessica den Outer, Rechten voor de natuur, waarin zij schrijft over de rechten die overal in de wereld worden vastgelegd voor bossen, rivieren en landschappen.
Er is dus een groeiende aandacht voor de natuur, de natuur die er niet alleen is om van te genieten tijdens onze vakanties, maar net als wij een plaats hebben - en dus rechten - op deze planeet. Maar Erno Eskens gaat een stap verder, of eigenlijk stappen verder, door te schrijven over de noodzaak van een Zoölogisch Manifest.
‘Alle levende wezens - planten, schimmels, bacteriën, noem maar op - doen moeite, en hebben daarom belangen. Het zijn geen dingen. het zijn personen met eigen belangen. Aan hun gedragingen kunnen we afleiden dat ook zij niet gediscrimineerd willen worden.’ - Erno Eskens
Voordat Erno Eskens bij deze conclusie in zijn boek is gekomen neemt hij de lezer mee in die gedachtegang, en dat is goed want om schimmels personen te noemen zal door veel mensen als een wonderlijke constatering worden gezien. ‘Ik besef dat het ogenschijnlijk radicale van mijn voorstel sommige mensen afschrikt’, schrijft hij dan. ‘Ik plaats daartegenover dat het nog radicaler - radicaal fout - is om de democratie te beperken tot de mens alleen.’ En dat is dus het hele punt in dit boek, en de boeken die ik al noemde, we moeten echt af van het idee dat de wereld begint bij ons. En niet alleen begint, maar ook nog eens door ons toedoen, toegroeit naar een complete ramp. ‘Het openstellen van de democratie voor andere wezens noemde ik de ‘zoölogische revolutie’. Mijn hoop is dat deze revolutie een einde maakt aan het machtsmisbruik van de mens.’
In zijn boek - ook in deze bibliotheek - van Roman Krznaric Geschiedenis voor Morgen, inspiratie uit het verleden voor de toekomst, komt hij met het idee van een crisis-context. ‘Gelukkig is er een vierde crisis-context die een radicale politieke verandering in gang kan zetten: ontwrichting.’ Een systeeminstabiliteit dat Roman Krznaric in een model ‘ontwrichtingsnexus’ noemt. Een crisis die ideeën relevant laat worden, waardoor er een beweging ontstaat, en die op zichzelf weer nieuwe ideeën creëert. Een beweging tegen, zoals we dat van veel protesten kennen, is dus niet genoeg. Een beweging moet streven naar nieuwe ideeën die nieuwe oplossingen, hoe revolutionair ze ook zijn, mogelijk maken.
‘De mensheid moet terugblikken om vooruit te gaan. De geschiedenis heeft het vermogen om onze verbeelding open te breken, ons denken ontvankelijk te maken voor de inspirerende mogelijkheden die als een verborgen schat verborgen liggen in het verleden.’ - Roman Krznaric
In zijn boek haalt Erno Eskens eerdere schrijvers, boeken, ideeën aan om alles om ons heen als levend te zien, en dus ook de zorg te geven die wij ons ook toe-eigenen. Wij, mensen, zijn dus niet anders, beter, of staan hoger op een denkbeeldige ladder van een beschaving. ‘Waarom zouden de ‘gewone plant’ en de ‘gewone boom’ zomaar - zonder zelfs maar gehoord te zijn - terzijde geschoven mogen worden?’ In het idee dat alles leeft, komen we er namelijk ook steeds meer achter dat alles bewustzijn heeft. Nee, planten denken niet over een begrafenisverzekering, maar leven wel met elkaar en zorgen voor elkaar. Of de schimmels die over grote lengte met elkaar communiceren. Nog afgezien van dieren.
In het nieuwe boek Waar de bijen slapen van Ruben Jacobs komt dat zo mooi naar voren. De ontmoeting, in de natuur, met elkaar, en te leren van elkaar. ‘Net als mensen hebben planten dus metgezellen nodig. In deze moestuin ondersteunen ze elkaar, versterken ze elkaars groei. Ik vind dat een mooi principe. En tegelijk besef ik ook dat voor de mensen hier het tegenovergestelde eveneens geldt: in het verval wil je ook graag met metgezellen om je heen hebben.’
Maar goed, zoals ik deze recensie al begon, we lijken heel ver af te staan van een zorg voor alles op deze planeet. Hoe dan nu verder? Erno Eskens gelooft in een revolutie. Aansluitend bij de ontwrichtingsnexus van Roman Krznaric. ‘De zoölogische revolutie zal geweldloos zijn. Ze zal koning-mens redden van een guillotine die hij voor zichzelf heeft klaargezet, door de natuur - een levensvoorwaarde - te vernietigen. Wel raakt koning-mens privileges kwijt, maar daar krijgt hij iets voor terug: bestaanszekerheid, een volwaardige democratie en morele integriteit.’
Ron van Es