Sumit Paul-Choudhury

The Bright Side, een optimistische geschiedenis van de mensheid

Uitgeverij Alfabet


The Bright Side


‘Ik werd een optimist op de avond dat mijn vrouw overleed’. Wow. Ik heb ooit gelezen dat een goed boek altijd begint met een klapper als openingszin, nou, dit is er een. In zijn inleiding van The Bright Side neemt Sumit Paul-Choudhury de lezer al heel persoonlijk mee in dat wat komen gaat: optimisme is van levensbelang voor ons. 


In zijn boek diept hij dan dat idee van optimisme verder uit met de gedachte: ‘Maar als ik dan een optimist ging worden - en blijkbaar had ik weinig keus - wilde ik een soort optimisme bedrijven dat ik kon verdedigen vanuit meer dan zoiets vaags als een geloof.’


In het eerste deel van het boek ‘Optimisme van binnen’ verkent verkent hij het idee dat optimisme over ons innerlijk, intuïtieve weten gaat, en wat dat voor ons doet. 

In het tweede deel ‘Optimisme van buiten’ gaat het over de vraag of er een rationele, intellectuele basis is om het beste van de wereld te verwachten.

En in het derde deel 'Optimisme in de wereld’ lezen we over ons vermogen om te anticiperen op dat wat er in de toekomst op ons afkomt - en dat ten goede te veranderen. 


Voordat jij nou denkt: wat een blij naïef ei is deze man, dan vertel ik je alvast: je vergist je. Sumit Paul-Choudhury is de voormalige hoofdredacteur van New Scientist, is astrofysicus en journalist en is nu de founder van Alternity. ‘Alternity is a creative studio dedicated to what could, should and might be. Alternative histories, social experiments, speculative futures.’ Ik wil maar zeggen, de man heeft zijn neus in de wetenschap gestoken, kent de vele gevaren die ons nu en in de toekomst kunnen teisteren en is er toch van overtuigd dat we met optimisme beter af zijn om verder te komen als mensheid. 


Het boek las een beetje zoals ik eerder Lang leve de mens van Ralf Bodelier las. ‘In zijn boek neemt Ralf Bodelier stelling tegen het idee dat de huidige problemen er zijn omdat we domweg met teveel mensen op de wereld zijn. Los van het feit dat dit zelf een evenwicht gaat vinden is het ook nog eens met een westers, bijna lijdzaam perspectief bekeken. ‘Het werkelijke taboe rust op de gedachte dat de mens ook een zegen is voor de aarde. Ja, dat wij, mensen, de aarde oneindig hebben verfraaid, verrijkt en verbeterd.’


En net als Sumit Paul-Choudhury en Ralf Bodelier ben ik niet naïef en begrijp ik dat als we niet aan de handrem trekken we vrolijk richting ravijn hollen. Maar net als Roman Krznaric die in zijn boek Geschiedenis voor morgen vijf redenen voor radicale hoop aanhaalt: 

1. Ontwrichtende bewegingen kunnen het systeem veranderen

2. ‘Wij’ kan het winnen van ‘ik’. 

3. Er zijn alternatieven voor het kapitalisme

4. Mensen zijn sociale vernieuwers

5. Er zijn andere toekomsten mogelijk


geloof ik dat optimisme ons een weg kan wijzen. Niet weg van de problemen, maar er dwars doorheen. Met de moed van wanhoop soms, maar dan toch. 


In het hoofdstuk Het probleem van het kwaad, ja, dat bestaat, daar ben ik van overtuigd, gaat het uitgebreid over de wetenschapper/filosoof Gottfried Wilhelm Leibniz (1646-1716) Ook hij worstelde, als mens van zijn tijd, met het idee van het kwaad en het goede. Als God een perfecte wereld zou hebben gecreëerd, waarom zien we dan zoveel rottigheid om ons heen? Die vraag is natuurlijk nog steeds actueel. Misschien, stelde Leibniz, is deze wereld wel de beste van de mogelijkheden die er zijn (geweest) en kunnen we met dat idee verder werken aan de meest optimale wereld. Zo werden de optimalen, de optimisten geboren. Leibniz riep dat natuurlijk niet zomaar langs de neus weg, maar kwam met een wetenschappelijke onderbouwing. ‘Leibniz argumenteerde: welk kwaad we ook in het hier en nu menen te ervaren, het dient een doel, of het zal elders worden goedgemaakt, hetzij hier in het aardrijk, hetzij daarbuiten; in het verleden, het heden of de toekomst.’


In mijn woorden: alles heeft een reden, of de reden die dan ontstaat vanuit een slechte situatie leidt weer tot een reden die kan helpen om de situatie te veranderen, ten goede. Is dat eindeloos optimisme of realisme? Bewijzen mijn laatste woorden iets van waarheid? In haar boek Op een andere planeet kunnen ze me redden van Lieke Marsman, die zelf gebukt gaat onder lijden (kanker) schrijft ze zelf: 'We moeten de kleinste kansen aangrijpen, en dat is niet naïef – het is juist irrationeel om het niet te doen. Uiteindelijk komt Spinoza tot de conclusie dat het echte geluk niet zit in het vluchtige bevredigen van behoeften en verlangens, maar in het aannemen van een levenshouding die erop gericht is de wereld om je heen te doorgronden. Het allerhoogste geluk zit ’m erin op intellectuele wijze God oftewel de Natuur (deus sive natura) te doorgronden en te waarderen dat deze God/Natuur een noodzakelijke en eeuwige orde in het universum vormt.'


En ook het boek Apocalypsofie van Lisa Doeland, een boek dat bijna het tegenovergestelde van optimisme is, is het uiteindelijk niet. Ja, het idee dat we het gaan redden met zonnepanelen en vleesvervangers lijken drogredenen om de ondergang van ons mensen tegen te houden, maar ze geeft ook aan: ‘Omarm de beperkingen van het leven. Probeer terug te denken aan die momenten in je leven waarin je beperkt was in je mogelijkheden en hoe inventief en creatief je je voelde. Maar misschien ook wel aan de opluchting die dat kan losmaken. Dat je dat niet allemaal meer hoeft. Geen druk maar vrijheid.’


In de epiloog van zijn boek schrijft Sumit Paul-Choudhury heel intens en persoonlijk over de dood van zijn vrouw die aan kanker stierf, en haalt daar het verschil tussen hoop en optimisme aan. Ja, er was hoop bij zijn vrouw en zelfs onrealistische hoop bij de artsen, maar hoop is geen optimisme. Hoop is het idee dat je uit een onmogelijk situatie kunt komen die statisch weinig houvast biedt. Optimisme is de basis van ons bestaan, de grond waarop we al honderdduizenden jaren verder gaan. ‘En we moeten optimistisch zijn over elkaar. We moeten vertrouwen dat we meer coöperatief zijn ingesteld dan competitief, ons meer laten leiden door edelmoedigheid dan door egoïsme, meer bereid zijn om problemen te lijf te gaan en te overwinnen dan dat we achterover leunen en afwachten.’ 


Ron van Es


Koop het boek hier

Lees ook over deze boeken

Waar de bijen slapen, vier seizoenen in de zorgtuin van Jagtlust - Ruben Jacobs 

Tegen empathie, een pleidooi voor rationele compassie - Paul Bloom

Het uur van het hart, echt contact in een vluchtige tijd - Irvin D. Yalom