Eric Koenen
Samen slim, hoe collectieve intelligentie ons gaat redden
Uitgeverij ISVW
Samen slim
Als er één weg is die ons uit de huidige malaise van opeenvolging van crises gaat helpen, is dat we de intelligentie van ons als geheel moeten gebruiken. De valkuil waar we nog teveel in trappen is dat één partij, persoon of organisatie die wijsheid in pacht heeft. In zijn boek ‘Samen slim — hoe collectieve intelligentie ons gaat redden’ gaat Eric Koenen uitgebreid in op wat collectieve intelligentie dan is en wat het ons brengt en kan brengen. Dan is mooi hoe hij in het begin van zijn boek al aansluit bij hoe de natuur ons dat leert met zwermgedrag van insecten.
- Doelgerichtheid. Een mierenkolonie kan voedsel vinden in een groot gebied omdat ze allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben: eten.
- Integratie in het brede ecosysteem. Bijenkorven en mierenkolonies kennen geen silo’s. De informatie wordt continu gedeeld met de rest van de zwerm zodat adequaat gereageerd kan worden op wat zich aandient.
- Hoge mate van flexibiteit. Werkbijen kunnen verschillende rollen nemen in een bijenkorf, afhankelijk van wat nodig is.
- Decentralisatie van macht. Om intelligente beslissingen te kunnen nemen is er geen sprake van een dominante leider.
- Cohesie als kracht en overlevingsvoorwaarde. Het behoud van het geheel is cruciaal om te kunnen overleven.
- Gedegen onderzoek naar mogelijke oplossingen. Het besluitvormingsproces geschiedt op basis van een informatiestroom en niet op grond van een hiërarchische structuur.
- Onafhankelijke keuzes. De verkennerbijen kiezen zelf hun onderzoeksplaats en ze rapporteren naar de zwerm of een plek interessant is of niet.
- Een ‘weloverwogen’ besluit. Het hele proces van de dans-informatie en de in en uit de zwerm vliegende recruiters en scouts bouwt op tot de apatheose van het goede besluit.
Dus schrijft Eric Koenen: ‘Collectieve slimheid ontstaat wanneer we buiten de gebaande paden durven te denken, wegblijven van te snelle oordelen en ons blikveld verbreden.’
een dergelijk idee van collectiviteit — in dit geval rondom mieren — had ik niet lang geleden een gesprek met de architect Jamie van Lede.
‘In mijn werk als architect heb ik veel aan de ideeën van Edward Osborne Wilson. Hij heeft een boek geschreven over het logisch en levende systeem dat wat hij biophilia noemt. Biophilia is een aangeboren affiniteit zeg maar van het leven of levende systemen. De verbindingen ook die mensen onbewust zoeken met de rest van het leven. Eigenlijk is dat het grondplan waar we het hier steeds over hebben. Weer leren dat leven te creëren, ook in de manier waarop we bouwen, leven en werken, waar we als mens in onze natuurlijke staat floreren. Via die Wilson heb ik geleerd dat het intrinsiek in ons zit om weidsheid te willen hebben én geborgenheid. Vergezicht en veiligheid. Zo bouw ik dan ook mijn ontwerpen. Daglicht, kleine plekken waar je je kunt terugtrekken, plaatsen van ontmoetingen, een natuurlijk menselijke omgeving dus.’
In een podcast aflevering uit de serie ‘De Tussenruimte’ sprak ik met systeemdenker Anneloes Smitsman over de natuurlijke mogelijkheid van echte verandering. Als we los kunnen komen van het bestaande systeem, kunnen we dan ook niet met creativiteit, logica en verbeelding kijken naar de gigantische problematiek binnen deze wereld? Kunnen we dan niet problemen als stikstof en algemeen klimaatverandering veel beter en makkelijk oplossen? Luister naar ons gesprek.
Een heel bruikbaar model om die slimme intelligentie als mens in te zetten is het Cynefin-framework van Dave Snowden. Cynefin is trouwens Welsh voor habitat. Eric Koenen gaat uitgebreid in op dit model en het voert natuurlijk te ver om dat allemaal hier te beschrijven. Waar het vooral omgaat is waar je begint bij een probleem — is het bekend of onbekend — en welke denkroute je vanaf daar neemt. ‘De complexe wereld vraagt om de moed te durven wankelen, te experimenteren, een stap vooruit en een stap terug, een verkeerde stap, een nieuwe stap.’Fantastisch is dan ook het verhaal van de groep Hongaarse soldaten die begin vorige eeuw verdwaald raakten in de Alpen. ‘Na twee dagen gaven ze de hoop op, volledig verdwaald in sneeuwstormen. Op de derde dag ontdekte een van de soldaten onder in zijn ransel een oude kaart. Die kaart hielp hen om richting te vinden en uiteindelijk lukte het de groep om veilig thuis te keren. Echter, de kaart die hun leven redde bleek bij thuiskomst geen kaart van de Alpen te zijn … maar van de Pyreneeën.’Hoe lees je informatie? ‘Het feit dat ze in gesprek gingen met elkaar, in gesprek bleven, beelden deelden aan de hand van de kaart, elkaar helpend en corrigerend, gaf zowel hoop als richting uit het onbekende gebied. Daarnaast bleek het collectieve denkproces dat op gang kwam veel belangrijker dan de kaart zelf, dan de strategie, dan het beleidsplan.’
Hoe gezamenlijk werken en denken ook kan leiden tot een scenius beschrijft Eric Koenen in het hoofdstuk ‘Van Genius naar scenius’, ofwel wat is de som der delen? Zoals de samenwerking tussen Paul McCartney en John Lennon meer werd dan twee muzikanten en niet alleen liedjes opleverden die we nu nog kennen, maar ook doorwerkten in hun eigen solo carrières later. ‘Scenius is als een genius, maar dan verankerd in een scene, een collectief, in plaats van in genen.’
Waaraan herken je een scenius?
- Wederzijdse waardering voor bijzondere ideeën, een vriendelijke stimulatie en uitnodiging om je te laten zien.
- Snelle uitwisseling van technieken en hulpmiddelen. Direct wanneer iets ontdekt is of bedacht, wordt het gedeeld zonder angst voor ‘misbruik’. Ideeën stromen snel door, ook de denkstappen die tot een uitkomst hebben geleid worden gedeeld.
- Het succes in de buitenwereld wordt niet geclaimd door een individu maar het is het succes van het collectief. Binnen het collectief wordt de waardering en erkenning uitgesproken.
- Het collectief wordt niet gesloten. Anderen met een bijdrage worden ook toegelaten.
‘Een scenius kan overal ontstaan, op de hoek van een straat, in een wijk, een vereniging, een afdeling, een ziekenhuis, een bedrijf, een samenleving, overal rondom een vraagstuk, een idee, een kans, een probleeem, een klant, een vraag. Niet alleen personen kunnen deel zijn van een scenius, ook dingen, een landschap, alles kan een stem krijgen. (…) het vraagt om een andere wijze van denken, kijken, inrichten en organiseren.’
Ron van Es
Koop het boek hier